,
een van de Myropscameren te Utrecht
Het was en blijft een huis in de rij. Maar van die hele lange rij
vrijwoningen,
die de
Myropscameren
vormen,
zijn misschien alleen de nummers
124,
126 en
128,
ooit begonnen als wat ze nu zijn: als woningen.
De rest bestaat uit bijgebouwen van het
Regulierenklooster,
die in 1583 grondig omgebouwd zijn tot godskameren.
De drie genoemde
huizen
zijn toen ook verbouwd, de oorspronkelijke
woningen stammen uit het eind van de
15e eeuw.
Hun achtergevel kwam in het verlengde te liggen van die van het
poortgebouw
dat wat verder naar links lag.
De rechter twee vormden een
dubbelhuis met de
stookplaatsen
ruggelings tegen elkaar in de tussenmuur. Zoals gebruikelijk lagen de
ingangen
dan bij de andere wand. De drie
15e-eeuwse huizen
zijn in dit complex relatief jong te noemen,
alleen hier stond vóór hun bouw nog niets,
behalve dan de kloostermuur langs de Springweg. Die werd afgebroken voor de bouw van de huidige
voorgevels.
Vlak bij de achtergevel had de dubbelwoning een
beerput.
Onderhoud is altijd nodig, maar dat daarom nog in 1950 de originele
kappen en
trappen
gesloopt werden, betreuren we nu heel erg.
In 1968 kwam het complex in het bezit van het
Utrechts Monumentenfonds,
dat het liet onderzoeken en restaureren. Het wooncomfort werd sterk verhoogd door een uitbouw aan de
achterzijde en de vergroting van de tuin.
Tekst: Jean Penders, 06-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders